De kantonrechtersformule is de formule die door alle kantonrechters hetzelfde wordt toegepast om de hoogte van een gouden handdruk (ontslagvergoeding) te bepalen.
Het is gebruikelijk dat de werkgever de werknemer een ontslagvergoeding (gouden handdruk) aanbiedt. Deze ontslagvergoeding wordt in het verzoekschrift naar de kantonrechter genoemd. Als richtlijn voor de hoogte van de ontslagvergoeding wordt de zogenaamde kantonrechtersformule toegepast. De kring van kantonrechters wijzigde deze formule in gaande 1 januari 2009.
De kantonrechtersformule wordt als volgt berekend:
A x B x C
A = aantal dienstjaren
De diensttijd loopt van de datum waarop de werknemer in dienst is getreden tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, waarbij de dienstjaren op hele jaren worden afgerond. De dienstjaren tot 35 tellen voor 0,5, de dienstjaren vanaf 35 tot en met 44 voor 1, de dienstjaren vanaf 45 tot en met 54 voor 1,5 en de dienstjaren na zijn 55e voor 2. Een voorbeeld: stel de werknemer is 56 jaar en hij heeft 26 jaar bij zijn huidige werkgever gewerkt. De rekensom is dan als volgt:
(5 x 0,5 = ) 2,5 + (10 x 1 = ) 10 + (10 x 1,5 = ) 15 + (1 x 2 = ) 2 = 29,5
B = laatstverdiende loon
Hierbij wordt uitgegaan van het laatstverdiende bruto-maandsalaris met bijbehorende vaste looncomponenten, waaronder in ieder geval het vakantiegeld.
C = de correctiefactor
De kantonrechter kan met de factor C de hoogte van de ontslagvergoeding aanpassen naar een hoogte die hij in dit geval gepast vindt. De correctiefactor drukt de mate uit waarin de werknemer of de werkgever schuldig is aan het ontslag. Als uitgangspunt geldt C=1. De correctiefactor ligt gemiddeld tussen 0,8 en 1,5.
Een cijfervoorbeeld van de kantonrechtersformule:
29,5 x € 3.000,00 x 1 = € 88.500,00. Dit is in dit voorbeeld de hoogte van uw ontslagvergoeding.