Wanneer u als werknemer buiten uw schuld uw baan verliest, komt u in aanmerking voor een WW-uitkering. Berekening WW-uitkering
U kunt hier laten uitrekenen wat de hoogte zal zijn van uw WW-uitkering.
Met deze berekening WW-uitkering kent u de hoogte en duur van de WW-uitkering en/of kortdurende WW-uitkering die is gebaseerd op de Werkloosheidswet
Hoe lang heeft u recht op een uitkering?
De hoogte en de duur van de uitkering is afhankelijk van hoe lang u voordat u werkloos wordt heeft gewerkt en de hoogte van uw salaris.
Voor de basis WW-uitkering (3 maanden) komt u in aanmerking indien u in de periode voordat u werkloos werd, 26 van de 36 weken heeft gewerkt, dit is de zogenaamde wekeneis. Het maakt daarbij niet uit hoeveel uur u per week werkte in die 26 weken.
Of u daarna recht heeft op een verlengde WW-uitkering hangt af van uw verdere arbeidsverleden. Indien u voldoet aan de wekeneis, èn u heeft in de laatste 5 kalenderjaren voordat u werkloos werd tenminste 4 kalenderjaren gewerkt, èn u heeft in elk van die 4 kalenderjaren minimaal 52 dagen loon ontvangen, dan voldoet u ook aan de zogenaamde jareneis en komt u in aanmerking voor de verlengde uitkering. Indien u ook aan de jareneis voldoet, duurt uw totale WW-uitkering in maanden even lang als uw arbeidsverleden in jaren. De uitkering duurt echter maximaal 38 maanden.
Het arbeidsverleden wordt door het UWV op basis van twee periodes berekend: uw feitelijke en uw fictieve arbeidsverleden.
Het feitelijke arbeidsverleden bestaat uit de jaren vanaf 1998 waarin u tenminste 52 dagen per jaar in loondienst bent geweest. Het jaar waarin u werkloos wordt, telt niet mee.
Het fictieve arbeidsverleden bestaat uit de jaren vanaf het jaar dat u 18 jaar oud werd tot en met 1997. Het maakt daarbij niet uit of u in die periode wel of niet heeft gewerkt. De optelsom van het feitelijke en fictieve arbeidsverleden is uw totale arbeidsverleden. Voor ieder jaar van uw totale arbeidsverleden krijgt u 1 maand WW-uitkering met een maximum van 38 maanden.
Hoogte van een WW-uitkering
Een uitkering bedraagt gedurende de eerste twee maanden 75% van het dagloon, vanaf de derde maand en vervolgens voor de duur van de uitkeringsperiode waarop u op basis van uw arbeidsverleden recht heeft, is dit 70% van het dagloon. Het dagloon wordt gebaseerd op het loon uit het laatste loonbelastingaangifte tijdvak voor het aangifte tijdvak waarin de werkloosheid is ingetreden. Het dagloon is echter maximaal E 197,– (per 1 januari 2014) per dag. Ook is het bedrag van het dagloon inclusief 8% vakantiegeld. Het vakantiegeld wordt gereserveerd en doorgaans in de maand mei uitgekeerd.
U kunt weer (tijdelijk) aan het werk
Bij de eerste aanvraag WW ontvangt u een brief waarin de hoogte van de uitkering en de maximale uitkeringsduur staat c.q. tot welke datum de uitkering duurt. Bij het in dienst treden bij een nieuwe werkgever ontvangt u een beëindigingsbrief.
Indien u binnen 6 maanden nadat u aan het werk bent gegaan opnieuw werkloos wordt, ‘herleefd’ de oude WW-uitkering en wel voor wat betreft de hoogte van de uitkering en de resterende duur van de originele maximale uitkeringsduur; hierbij wordt de einddatum dus verschoven. Het bedrag van uw oude uitkering blijft gelden. Ook als u in de tussentijd tegen een lager salaris heeft gewerkt.
Indien u na meer dan 6 maanden nadat u aan het werk bent gegaan opnieuw werkloos wordt, bouwt u nieuwe WW-rechten op, te weten een basisuitkering van 3 maanden op basis van uw nieuwe salaris. Daarbij wordt dan de resterende termijn van de eerste uitkering opgeteld
Kunt u vanuit de WW een eigen bedrijf beginnen?
Als het UWV toestemming verleent, kunt u gedurende een periode van maximaal zes maanden met behoud van uw uitkering als ondernemer aan de slag zonder dat u hoeft te solliciteren. De inkomsten worden tijdens deze oriëntatieperiode voor 70% verrekend met de uitkering.
Het is belangrijk dat u zich realiseert dat deze verrekening pas later, ongeveer twee jaar nadat u als zelfstandige bent gestart, kan plaatsvinden. Hiervoor moet u dus geld opzij zetten. Meer informatie over Inkomstenverrekening over de startperiode kunt u vinden bij het UWV.
Mocht het bedrijf uiteindelijk mislukken, dan kunt u opnieuw een beroep doen op de WW, voor zover daar nog recht op bestond. Het bedrijf moet dan wel helemaal stopgezet worden. De termijn waarbinnen teruggevallen kan worden op een WW-uitkering is afhankelijk van het opgebouwde WW-recht en ligt tussen anderhalf jaar en maximaal 38 maanden na de start van het bedrijf.